Gisterenavond heeft de gemeenteraad van Alkmaar het burgerinitiatief ‘Verbetering doorstroming woningmarkt Alkmaar’ verworpen. Het initiatief, ingediend als burger door Devon Zwierenberg, die daarnaast voorzitter is van de lokale partij Status Quo, was erop gericht om de vastgelopen woningmarkt in Alkmaar sneller in beweging te krijgen met bestaande middelen, zonder te wachten op jarenlange nieuwbouwtrajecten. Ondanks brede maatschappelijke herkenning bleef politieke steun uit.
Het voorstel pleitte voor een mensgerichte, pragmatische aanpak om verhuizingen binnen de stad te versnellen. Door onder andere woningruil, tijdelijke verhuur via de Leegstandswet, soepeler splitsingsregels en begeleiding van senioren actief in te zetten, had het plan als doel binnen twee jaar minstens tweehonderd woningen extra beschikbaar te maken. Vooral starters, alleenstaanden en ouderen zouden hiermee geholpen zijn.
Devon Zwierenberg noemt de uitkomst “teleurstellend, maar niet ontmoedigend.” Volgens hem was het initiatief geen protest of politiek statement, maar een praktisch plan dat voortkwam uit gesprekken met inwoners, signalen uit de stad en concrete voorbeelden uit andere gemeenten. “Juist omdat we wilden aanvullen in plaats van aanvallen, had ik gehoopt op een andere reactie van de raad. Maar we hebben in elk geval één ding bereikt: het debat is geopend. En dat was hard nodig.”
De Alkmaarse woningmarkt staat al jaren onder druk. Wachttijden lopen op, ouderen blijven noodgedwongen zitten waar ze niet meer willen wonen, en jongeren trekken weg vanwege gebrek aan perspectief. Zwierenberg: “Dat dit voorstel het niet heeft gehaald, verandert niets aan de urgentie. We blijven ons inzetten voor beweging in de woningmarkt niet met mooie woorden, maar met plannen die iets losmaken.”
Status Quo zal de komende tijd kijken welke onderdelen van het initiatief alsnog kunnen worden ingebracht via andere routes, zoals samenwerking met maatschappelijke organisaties. “Het zaadje is geplant. En als het nu nog niet wil groeien, dan zorgen we dat de grond alsnog vruchtbaar wordt.”