Afgelopen week bracht burgemeester Anja Schouten een bezoek aan het Engelse Bath om stil te staan bij een bijzondere band: precies 80 jaar geleden begon de stedenband tussen Alkmaar en Bath. Wat begon in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog als een daad van solidariteit, groeide uit tot een duurzame vriendschap over grenzen heen.
Een draaiorgeltje en een warme ontvangst
In 1945 adopteerde de Rotary Club van Bath de zwaar getroffen stad Alkmaar. Dat gebeurde nadat Elias Prins — gevlucht naar Bath tijdens de oorlog — zijn persoonlijke verhaal vertelde. Met een draaiorgeltje zamelde Bath geld, kleding en voedsel in. Het orgeltje staat nog altijd in het Alkmaarse stadhuis. “De band tussen Bath en Alkmaar is ontstaan in moeilijke tijden, maar leeft nog steeds door de vele mensen die zich hiervoor blijven inzetten,” aldus burgemeester Schouten.
Ontmoetingen, herinneringen en toekomstplannen
Tijdens het bezoek sprak de Alkmaarse delegatie met inwoners van Bath, lokale bestuurders en vertegenwoordigers van uitwisselingsprogramma’s. Want ondanks Brexit en praktische belemmeringen blijft de uitwisseling tussen sportclubs, muziekgroepen en scholen bestaan. Ook bezocht de burgemeester het graf van Elias en Ida Prins, samen met hun zoon Gwythian Prins.
Een jonge eik als levend symbool
Hoogtepunt van het bezoek was de onthulling van een herdenkingsplaat bij een jonge eik, cadeau van Alkmaar aan Bath. De boom staat symbool voor groei, verbondenheid en het blijven investeren in de relatie tussen beide steden.
Feiten op een rij:
- De stedenband tussen Alkmaar en Bath bestaat sinds 1945
- Elias Prins vluchtte in 1940 naar Bath en vormde de brug tussen beide steden
- Een draaiorgeltje, geschonken door Bath, staat in het stadhuis van Alkmaar
- Uitwisselingsprogramma’s tussen sport- en muziekverenigingen blijven actief
- De herdenkingsplaat en eikenboom zijn te vinden in een park in Bath
