Toezicht door gemeenten op de kinderopvang in orde

Toezicht door gemeenten op de kinderopvang in orde

Het toezicht door gemeenten op de kinderopvang is grotendeels in orde. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage het Landelijk rapport Kinderopvang van de Inspectie van het Onderwijs. Ook zijn er aandachtspunten. De inspectie vraagt gemeenten goed en cyclisch na te denken over wat zij willen bereiken met het toezicht en de handhaving. En roept op om doelgerichter te werken aan voorschoolse educatie op de kinderdagverblijven.

Dit gaat er goed

Uit de rapportage blijkt dat de taken in de basis op orde zijn. Om te beginnen is de intensivering van de inspecties bij gastouders goed opgepakt. De flexibele inspectieactiviteit, waarbij de vaste set te inspecteren voorwaarden is losgelaten, zorgt ervoor dat er meer tekortkomingen aan het licht komen. Wanneer deze tekortkomingen zijn opgelost, komt dit de kwaliteit van de opvang ten goede. Tot slot is de inspectie positief over het oppakken van vrijwel alle rapporten op met een advies tot handhaven.

In 2023 zijn er wijzigingen in wet- en regelgeving doorgevoerd. Voor kinderopvanghouders kan het lastig zijn om deze wijzigingen te verwerken in het beleidsplan. Toch hebben de wijzigingen wel degelijk effect, zo blijkt uit de eerste aanwijzingen in het rapport. De inspectie roept gemeenten op om samen met de GGD te zorgen voor nog betere ondersteuning aan (kleinere) houders van kinderdagverblijven. Bijvoorbeeld door informatie te geven over de wijzigingen en wat die wijzigingen van hen vragen.
 

Neem snel een besluit over handhaving

De inspectie ziet dat sommige gemeenten moeite hebben om snel een besluit te nemen over het wel of niet inzetten van handhaving bij tekortkomingen. Een mogelijke oorzaak is het personeelsproblemen waar sommige gemeenten mee worstelen. Toch is het bij tekortkomingen wenselijk dat gemeenten zo snel mogelijk een besluit nemen over de handhaving. In de regelgeving staan geen eisen voor de snelheid van oppakken, maar hoe sneller gemeenten de tekortkoming oppakken, hoe sneller de kwaliteit weer op orde is. En dit is in het belang van de kinderen op de locatie.

Werk met een kwaliteitscyclus

Het loont zich om goed na te denken over wat u als gemeente wil bereiken met het toezicht en de handhaving op de kinderopvang en voorschoolse educatie. Zeker als u als gemeente hierbij cyclisch te werk gaat. De inspectie raadt aan een kwaliteitscyclus te gebruiken. Zo werkt u effectief en doelgericht aan de gestelde doelen.

De stappen zijn als volgt: beschrijf wat er nodig is om het doel te bereiken, monitor hoe dat in de praktijk gaat en evalueer of het doel ook bereikt is. Stel bij waar dit nodig is. Let hierbij in het bijzonder op de borging van taken, bijvoorbeeld in het geval van personeelsproblemen.

Blijf aansporen om een oudercommissie in te stellen

Oudercommissies zijn een belangrijk medezeggenschapsorgaan om de kwaliteit van de kinderopvang te borgen. GGD-toezichthouders zien dat een oudercommissie instellen lastig is voor sommige houders. Ouderparticipatie moet goed geborgd worden.

Uit de vragenlijst onder GGD-toezichthouders blijkt dat houders soms tekortkomingen niet rapporteren. De inspectie roept gemeenten en GGD’en op om tekortkomingen te blijven rapporteren, ook wanneer de houder zijn best heeft gedaan. Anders is er geen goed zicht op het probleem.

Ook kan het voor gemeenten zinvol zijn om met houders in gesprek te gaan over (andere) mogelijkheden om inspraak van ouders toch vorm te geven. De rol van ouders daagt houders uit om kritisch naar eigen handelen te kijken. Daarnaast krijgen houders draagvlak voor eventuele wijzigingen in beleid. Dit draagt bij aan de kwaliteit van de kinderopvang.

Archief

Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial
Facebook
X (Twitter)
Instagram
error: Content is protected !!