De rechtbank Amsterdam veroordeelt een 51-jarige man tot 22 jaar cel voor de moord en het wegmaken van het lichaam van een 38-jarige man in Heiloo. Vanwege zorgen over zijn psychische gesteldheid en het mogelijk daarmee samenhangende gevaar dat hij zich gewelddadig gedraagt legt de rechtbank hem ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel op.
Uit onderzoek blijkt dat het slachtoffer op 11 april 2023 in de woning van de 51-jarige man op het terrein van een klooster in Heiloo is overleden. Volgens het NFI is er met een scherp en zwaar voorwerp op zijn hals geslagen of hij is door geweld gestikt. Of allebei.
Volgens de rechtbank is de man verantwoordelijk voor de dood van het slachtoffer. Die was bij hem in de woning en kort na binnenkomst was er een heftige ruzie. Een buurman hoorde die ruzie en verklaarde dat het leek of ze elkaar afmaakten. Hij had ook beelden en geluidsopnames van zijn videodeurbel. De politie trof in de gehele woning bloedsporen aan, die voor het grootste deel afkomstig waren van het slachtoffer.
Doordacht plan
De man verklaarde dat het een ongeluk was. Maar de rechtbank gelooft dit niet onder meer omdat hij wisselende verklaringen heeft afgelegd. Er is volgens de rechtbank voldoende bewijs van een doordacht plan om het slachtoffer te vermoorden en zijn lichaam te verbergen. In de uren voorafgaand aan de geplande afspraak kocht hij een bijl, moker, zaag, schoonmaakspullen en vuilniszakken. Na de moord heeft hij het lichaam in stukken gezaagd en in vuilniszakken in koffers in de auto gedaan. Daarna maakte hij de woning schoon en gooide de telefoons van het slachtoffer weg in Duitsland. Ook parkeerde hij de auto van het slachtoffer in een buurt waar het slachtoffer vaker zijn auto parkeerde.
De rechtbank acht bewezen dat hij het slachtoffer op 11 april 2023 heeft vermoord en zijn lichaam heeft weggemaakt en veroordeelt hem tot 22 jaar gevangenisstraf. Vanwege zorgen over zijn psychische gesteldheid en het mogelijk daarmee samenhangende gevaar voor gewelddadig gedrag legt de rechtbank hem ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel op. Hiermee kan de man na het uitzitten van zijn straf – indien dat nodig blijkt – onder toezicht gesteld en eventueel verplicht behandeld worden om zo het risico op herhaling te beperken.
