Twee jaar gevangenisstraf voor Ali B. in zedenzaak
De rechtbank Noord-Holland heeft Ali B. veroordeeld voor de verkrachting van een vrouw en de poging tot verkrachting van een andere vrouw. Hij heeft daarvoor twee jaar gevangenisstraf gekregen. De rechtbank heeft hem vrijgesproken van twee aanrandingen.
Bewijs in zedenzaken
In zedenzaken is het vaak zo dat deze zich afspelen buiten het zicht van anderen. Het is dan het woord van de aangever tegen het woord van de verdachte. Dat is in deze zaak ook zo. De verklaringen van de vrouwen staan tegenover de ontkennende verklaring van Ali B.
Er gelden strenge regels voor het bewijs. Volgens de wet mag de rechter de verdachte niet veroordelen op basis van alleen de verklaring van de aangever. De verklaring van een aangever moet daarom worden ondersteund door ander bewijs. Pas dan kan de rechtbank tot een bewezenverklaring komen. Ontbreekt dat steunbewijs, dan moet de rechtbank de verdachte vrijspreken.
Verkrachting tijdens schrijverskamp
Op 14 augustus 2018 was aangeefster Naomi in een villa in Heiloo, waar een zogenaamd schrijverskamp plaatsvond. Ali B. was daar ook aanwezig. Toen Naomi in een slaapkamer seksuele handelingen bij een andere man verrichtte, kwam Ali B. de slaapkamer binnen. Naomi heeft verklaard dat hij volkomen onverwacht een of meer vingers in haar vagina stak. De rechtbank oordeelt dat de verklaring van Naomi betrouwbaar is en wordt ondersteund door ander bewijs, met name de verklaringen van twee getuigen. De rechtbank vindt daarom bewezen dat Ali B. Naomi heeft verkracht.
Naomi verklaarde ook dat Ali B. haar eerder die dag heeft aangerand, toen zij in de woonkamer van de villa samen op een bank zaten. Hoewel de rechtbank de verklaring van Naomi hierover ook betrouwbaar vindt, is er onvoldoende steunbewijs om hem hiervoor te kunnen veroordelen. De rechtbank heeft Ali B. daarom vrijgesproken van de aanranding van Naomi.
Vrijspraak voor aanranding in auto
Aangeefster Jill verklaarde dat Ali B. haar op 19 mei 2018 heeft aangerand toen zij samen in een auto zaten. Volgens Jill heeft Ali B. haar betast, tussen haar benen gewreven en moest zij hem aftrekken, terwijl zij dit niet wilde. De rechtbank vindt de verklaringen die Jill daarover heeft afgelegd betrouwbaar. Toch heeft de rechtbank Ali B. vrijgesproken van aanranding, omdat de verklaringen van Jill onvoldoende worden ondersteund door ander bewijs.
Poging tot verkrachting in Marokko
In april 2014 was Ellen ten Damme in Marokko om met Ali B. een liedje op nemen voor het televisieprogramma Ali B. en de Muziekkaravaan. Zij verbleven allebei in een villa. Op een avond hadden zij afgesproken nog iets te bespreken op de kamer van Ellen. Toen Ali B. de kamer binnenkwam probeerde hij haar te verkrachten. Ellen verzette zich en het is haar gelukt hem weg te krijgen.
De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van Ellen betrouwbaar zijn en dat deze worden ondersteund door de verklaringen van twee getuigen. Omdat niet duidelijk is geworden of Ali B. daadwerkelijk met zijn penis bij Ellen is binnengedrongen, heeft de rechtbank bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot verkrachting.
Straf
Ali B. heeft met zijn handelen een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Hij liet zich leiden door zijn eigen seksuele behoeften, zonder rekening te houden met de wil van de vrouwen en de gevolgen die zijn gedragingen voor hen zouden hebben. Uit de verklaringen die tijdens de zitting zijn voorgelezen blijkt dat Naomi en Ellen nog steeds last hebben van die gevolgen.
De rechtbank heeft ook meegewogen dat het voor de slachtoffers moeilijk is geweest aangifte of een melding te doen bij de politie. Door de status die Ali B. als bekende Nederlander had ten tijde van de feiten en zijn positie en imago in de muziek- en televisiewereld, vergt het moed van de slachtoffers om die stap te zetten, wetende dat dit ook vervelende consequenties voor henzelf kan hebben.
Op zitting zag de rechtbank een persoon die zich in het nauw gedreven voelde en geen enkele verantwoordelijkheid nam voor zijn gedragingen. De rechtbank kreeg de indruk dat Ali B. een dwingend persoon is die geen ‘nee’ accepteert, weinig inlevingsvermogen toont en uitgaat van zijn eigen visie op zaken.
Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de media-aandacht in deze zaak en de negatieve gevolgen die dit privé en zakelijk voor Ali B. heeft gehad. Dit heeft de rechtbank maar in beperkte mate in het voordeel van Ali B. meegewogen, omdat hij die aandacht aan zijn eigen strafbare gedrag heeft te wijten.
Tot slot, hoe begrijpelijk het ook is dat de slachtoffers pas jaren later de kracht of noodzaak voelden om aangifte of melding hiervan te doen, heeft de rechtbank in strafmatigende zin meegewogen dat de feiten zich inmiddels 10 en 6 jaar geleden hebben afgespeeld.
De rechtbank heeft gekeken naar de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en vindt, gelet op alle omstandigheden van de zaak, een gevangenisstraf van twee jaar passend.