Duidelijkheid over wat mantelzorgers en vrijwilligers mogen in de zorg
Wat mogen mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg? Wie is verantwoordelijk als er iets mis gaat? In een publicatie geeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) daar duidelijkheid en tips over.
Veel zorginstellingen en professionele zorgverleners werken samen met mantelzorgers en vrijwilligers. Steeds meer. Daar is behoefte aan, en er zijn wettelijk ook veel mogelijkheden.
Mantelzorgers
Mantelzorgers geven thuis, in een verpleeghuis of in een ziekenhuis zorg aan een familielid of vriend met wie zij al een band hadden.
Mantelzorgers mogen ook risicovolle of voorbehouden handelingen uitvoeren, als zij dit zorgvuldig en met instemming van de cliënt of patiënt doen. Bijvoorbeeld injecties geven. Het is dan belangrijk dat de handeling is aangeleerd door een deskundige zorgverlener en dat de mantelzorger zich bekwaam voelt voor het uitvoeren van de handeling.
De professioneel betrokken zorgverleners houden de dossiers van de cliënten of patiënten bij. Inclusief de afspraken over wat de mantelzorgers doen. Zo weet iedereen wat de actuele situatie van de cliënten en patiënten is. De professionele zorgverleners moeten ook regelmatig de zorg met de mantelzorgers bespreken.
De inspectie vindt het belangrijk dat zorgaanbieders duidelijk zijn over de afspraken die zij maken met de cliënt of patiënt en de mantelzorger.
Vrijwilligers
Zorgaanbieders kiezen er steeds vaker voor om samen te werken met vrijwilligers. Vrijwilligers geven – vanuit een zorgaanbieder – zorg aan iemand met wie zij bij de start van hun taken nog geen persoonlijke band hebben.
Vrijwilligers mogen onder voorwaarden verschillende zorgtaken uitvoeren. De zorgaanbieder die vrijwilligers inzet, is verantwoordelijk is voor het handelen van de vrijwilligers bij het uitvoeren van zorgtaken. Als vrijwilligers voldoende geschoold of bekwaam zijn mogen ze in opdracht van een bevoegde zorgverlener ook risicovolle en voorbehouden zorghandelingen uitvoeren. Het is dan van belang dat het zowel voor de vrijwilliger als voor de professionele zorgverleners duidelijk is wie welke handeling beheerst en mag uitvoeren.
De inspectie vindt het belangrijk dat vrijwilligers begeleid en geschoold worden. En dat de zorgaanbieder zicht heeft op de bekwaamheid van de vrijwilligers met wie zij samenwerkt.